Velen zien het lichaam als een gevangenis. Het weerhoudt je om weg te vliegen, heel ver weg!
Zijn we hier dan toevallig?
Bestaat reïncarnatie?
Binnen het hindoeïsme van India een geaccepteerde gedachtegang.
Ook in Tibet.
In het Westen spreken we gewoonlijk van: Je leeft maar een keer!
Je hebt beroemde reïncarnatieverhalen van jonge kinderen. Die hun vorige leven nog herinneren en zelfs de mensen weten aan te wijzen, die ze toen hebben gekend.
De dalai lama is een gereïncarneerde lama, van de gelug.
Maar weer gewoon even terug te komen op het lichaam. Ben je daar weleens heel bewust aanwezig? Voel je dan wat je voelt, hoor je dan wat je hoort, zie je wat je ziet, proef je wat je proeft en ruik je wat je ruikt? Is daarbij dan de waarnemer het waargenomene? Lichamelijk zijn, zijn we meestal tijdens de seks of tijdens een lange wandeling in de natuur. Of wanneer we achter onze geliefde maaltijd zitten. Of wanneer we aan het snorkelen zijn, tussen de prachtig gekleurde vissen in helder warm water.
Maar… verder is het lichaam niet zo geliefd. Eigenlijk willen we er niet zijn. We zoeken steeds weer verstrooiing, nietwaar?
Bij zazen keer je wel terug naar het lichaam en bij vipassana. Of wanneer je een koude douche neemt.
Maar je kunt ook gewoon, waar je bent, onderkennen wat geheel spontaan het lichaam aangeeft. Je zoekt dan geen nieuwe ervaring en je volgt ook geen bepaald patroon en concentreer je je ook niet speciaal op je ademhaling. Maar… wat komt nu het allereerste spontaan bij je binnen, en wat dan, en wat dan,…
Toen de Boeddha onder de bodhiboom zat en verlicht werd, ging het er allemaal heel fysiek aan toe. Er waren geen esoterische en/of religieuze boeken waar hij in zat te lezen. Er werden geen filosofische verhandelingen gehouden tussen denkers, waarnaar werd geluisterd.
Volgens mij kunnen en zullen we onze rust nimmer zo echt ervaren dan binnen ons lichaam. Net als, bijvoorbeeld, de kwetsbaarheid en schoonheid van een bloem zo totaal is.
Ook al zijn we meer dan het lichaam, toch lijkt het de belangrijkste poort te zijn naar onze boeddhaschap. Niet door het lichaam te aanbidden of te onderdrukken of uit te buiten maar door simpelweg gevoelig te zijn, de aandacht te verleggen naar het lichaam hier en nu.
Ooit kropen we als kleine kinderen over de vloer en was ons hart nog geheel een met het lichaam, toen begonnen we onze aandacht te verleggen naar het denken. Daar ontwikkelde ons ego. We raakten vervreemd van ons lichaam. En begonnen vanuit onze ivoren toren te leven.
Wat bedoelde Jezus toch met deze woorden?
‘Als u zich niet verandert en wordt als de kinderen, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan.’
(Foto – Pixabay.com)